Net als het staan en lopen gaat ook het praten nu met grote stappen. Tenminste... de klankenschat wordt steeds groter, maar echte woorden zijn natuurlijk nog wat moeilijk te onderscheiden. Brabbelen is een beter woord.
Wat erg leuk is, is dat ze het verteld als er poep in d’r luier zit. ‘s Ochtends als ze uit bed komt, wijst ze met d’r vingertje op d’r luier en zegt ze ‘poep’. Dan weten wij genoeg. Hoewel... soms zit er helemaal geen poep. Maar toch zegt ze poep... of bedoelt ze ‘geen poep’, maar kan ze ‘geen’ nog niet zeggen. Ze gebruikt ‘poep’ ook steeds vaker om een scheetje aan te kondigen. Hoe dan ook: ik schat op zindelijkheid voor ze 2 is :)
Een ander woord dat ze kent is klok. Wonen in de binnenstad betekent de nabijheid van een aantal kerkklokken. En deze staan gelukkig niet allemaal gelijk qua tijd, zodat ze rond het hele en halve uur goed te horen zijn. Net als bij wonen aan het spoor: na een tijdje ben je gewend en hoor je het niet meer. Tenminste, dat geldt voor papa en mama. Elsa hoort alles. Dus als we zitten te eten, met moeite weer een volgend stukje brood erin krijgen, zegt Elsa ineens: kok! En inderdaad, het is heel of half en de kerk laat zich horen...
Overigens herkent ze ook de klok bij opa’s en oma’s thuis. Gelukkig maar, anders hadden we thuis kerkklokken moeten ophangen om Elsa te leren klokkijken...
Een nieuw woord dat papa vandaag voor het eerst hoort: koek.
‘s middags bij het ophalen vanuit het Tamboerijntje, lag naast Elsa op de grond een rol koek. Als welkom kreeg papa eerst een kluit naar z’n hoofd geslingerd en direct daarna wijst Elsa de rol aan en zegt ‘koek’! Tjsa... het is natuurlijk een kleine stap van poep en klok naar koek...
vrijdag 8 juni 2007
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten